Rotterdammer Johan Muurlink smeert dagelijks tussen de driehonderd en vierhonderd boterhammen zodat leerlingen niet met honger op school zitten. “Niets is belangrijker dan de kinderen. Zij zijn de toekomst.”
Iedere schooldag loopt Muurlink om vijf minuten over zeven de Albert Heijn in. Dan gooit hij tussen de vijftien en twintig broden in zijn karretje, honderden pakjes drinken, plakken kaas, smeerkaas, halalkipfilet, kroppen ijsbergsla, zakken rucola, komkommers en tomaten. Om half acht legt hij alles klaar in de keuken van buurthuis Irene op Rotterdam-Zuid. Daarna begint het smeren. “Sinds de zomervakantie krijg ik hulp van drie andere vrijwilligers”, zegt Muurlink. “Ook door gezondheidsproblemen werd het teveel voor mij alleen.
Voor de zomervakantie was het zó druk, dat ik out ging.”
Muurlink -bekend als de boterhammenman- deed na de zomervakantie een oproep aan vrijwilligers om zich te melden. Dat leverde 1740 e-mails op met complimenten, donaties, maar ook met aanmeldingen. Sindsdien staat hij niet meer alleen in de keuken. “Dat was even wennen, maar nu we een routine hebben, ben ik dankbaar voor de hulp. Het is heel erg fijn.” Om 9.00 uur liggen alle belegde boterhammen in plastic bakjes. Drie andere vrijwilligers brengen deze langs bij zeventien Rotterdamse basis- en middelbare scholen. Voor tien uur zijn alle boterhammen bezorgd.
Delen met klasgenoot
Ruim vijf jaar geleden begon Muurlink met smeren. “Ik moest bij de juf van mijn zoon op het matje komen omdat hij zich had misdragen. Tijdens dat gesprek op de gang, zag ik dat mijn zoontje een boterham uit zijn trommel pakte en aan een klasgenootje gaf.” De klasgenoot blijkt nog niet gegeten te hebben. “Toen ik dat hoorde, ben ik gaan praten met de schooldirectie.” De directeur vertelt hem dat een kwart van de leerlingen regelmatig zonder eten naar school komt. “’Dat kan niet’, dacht ik. Daar moet ik iets mee.”
Twee dagen lang blijft het probleem van de hongerige scholieren aan hem knagen. “In overleg met de schooldirecteur besloot ik zelf te gaan smeren.” De eerste dag brengt hij tachtig boterhammen langs. “Twee in een zakje, met een pakje drinken en een stuk fruit.” Als hij de volgende dag weer een volle tas langsbrengt, ziet hij dat er nog vijftig boterhammen over zijn. “Daar was ik boos over, ik betaalde alles uit eigen zak.” De weken daarna brengt hij dagelijks twintig sneetjes langs. Van de zakjes stapt hij over naar plastic bakken met plek voor acht boterhammen.
Gratis boterham
In de jaren daarna kloppen steeds meer scholen aan. Ook benadert Muurlink zelf scholen. “Daarbij leggen we uit wie we zijn en wat we doen. Onze boterhammen zijn gratis. Van scholen vragen we alleen om de bakken weer schoon terug te geven.” Vorig schooljaar werden dertien scholen van boterhammen voorzien. Sinds de zomervakantie zijn er weer vier bijgekomen.
Door de stijgende prijzen en de energiecrisis stijgt ook de vraag naar boterhammen. In Rotterdam, armoedehoofdstad van Nederland, groeit een op de vier kinderen op in armoede. Landelijk is dat een op de dertien. Muurlink richt een stichting op: Niet graag een lege maag. Met de donaties lukt het inmiddels om alle benodigde broden en het beleg aan te schaffen.
“Als we bezorgen bij een nieuwe school, vragen we of iedere leerkracht in de klas uit wil leggen dat er boterhammen zijn. Voor kinderen die hun brood vergeten zijn, of van wie de ouders dat nu niet kunnen betalen.” De broodjes worden bewaard in de koelkast van de lerarenkamer of bij de conciërge. “Dat is belangrijk voor de voedselveiligheid. Als er iets mis gaat, zijn wij verantwoordelijk.”
Mini-truck
Voor de boodschappen en het rondbrengen gebruikt Muurlink een elektrische mini-truck, vorig jaar grotendeels geschonken door een enthousiaste, anonieme donateur. “Daar ben ik zo trots op en blij mee. Alles past erin. Heerlijk.” Op hun beurt zijn de scholen blij met de boterhammen. “Een juffrouw vertelde mij dat ze ‘minder slechte tijd kwijt is’. Het corrigeren van leerlingen die op hun bank hangen of zich vervelend gedragen. Soms gewoon omdat ze honger hebben.”
Ook de kinderen en ouders zijn blij. Op straat wordt hij regelmatig aangesproken of nageroepen. “’Hey, jij bent toch de boterhammenman?’, vragen ze dan. Ze willen zelfs met me op de foto.” Dat vindt Muurlink niet altijd prettig. “Ik heb ook een privéleven.” Waar hij wel van geniet zijn de gesprekjes met leerlingen of de speciale verzoekjes. “Het allereerste verzoekje kreeg ik van een meisje dat hand in hand met haar juf aan kwam lopen over het schoolplein. ‘Mag ik alsjeblieft ‘roosbief’ op brood’ vroeg ze. Daar was ze dol op. Oh ja, en ze wilde ook wel een boterham met pindakaas en aardbeienjam. Daar heb ik voor gezorgd.”
Warme maaltijd
De ambitie van Muurlink rijkt verder dan iedere scholier die daar behoefte aan heeft, te voorzien van een boterham. Zijn doel is om een gezonde, warme maaltijd aan te bieden op iedere school. “Zo eet ieder kind in elk geval een gezonde, warme maaltijd.” En goed eten helpt om beter te leren, te presteren en te concentreren. “En dat is weer bepalend voor hun toekomst.” Muurlink heeft zelfs studenten de opdracht gegeven om uit te zoeken hoeveel dat zou kosten. “Voor alle scholen in Nederland komt dat uit op ruim 300 miljoen euro per jaar. Ik heb dat geld niet, maar de overheid wel.” Muurlink noemt het een ‘goede investering’. “Niets is belangrijker dan kinderen. Zij zijn de toekomst.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Marjolein Kooyman