Normal_schoolverlaters__school__leren__studenten__leerlingen

Het gebouw van de Europese school in Bergen is aan het einde van zijn levensduur. Dus gaat de school verhuizen, waarschijnlijk naar Alkmaar. Een mooi moment om eens wat dieper in dit onderwijssysteem te duiken. Voor wie zijn Europese scholen bedoeld? Wat kenmerkt het curriculum? En hoe kom je er als leraar terecht? Een interview met HR-adviseur Liedewij Alting en bestuurlijk adviseur Ceciel Huls. 

Stel dat je voor een Europese instelling gaat werken. De Europese Centrale Bank bijvoorbeeld, of de Europese Commissie. Dan kunnen je kinderen terecht op een Europese school. “Europese scholen zijn in de eerste plaats bedoeld voor kinderen van ambtenaren die voor de EU werken”, legt Ceciel uit.

De Europese scholen moeten ervoor zorgen dat kinderen hun schoolloopbaan gemakkelijk kunnen voortzetten als ze met hun ouders naar het buitenland verhuizen. Ook als ze daarna weer terugkeren of juist verder trekken naar een ander EU-land. 

Van Luxemburg tot Spanje

De eerste Europese school werd opgericht in 1953 in Luxemburg. Inmiddels heeft Europa dertien Europese scholen. Acht daarvan hebben een Nederlandstalige sectie. “Naast de dertien Europese scholen, zijn er steeds meer geaccrediteerde scholen”, vertelt Ceciel. “Hiermee bedoelen we nationale scholen die het Europese programma volgen.”

In Nederland hebben we een reguliere Europese school in Bergen en een geaccrediteerde Europese school in Den Haag. Ouders van deze leerlingen werken bijvoorbeeld bij het Joint Research Centre (JRC) in Petten of bij het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA), dat sinds 2019 in Amsterdam gevestigd is.

Waar de andere Europese scholen te vinden zijn? In Duitsland, België, Luxemburg, Italië en Spanje. Ceciel: “De scholen variëren sterk in grootte: in Brussel zijn vier Europese scholen met meer dan 3.500 leerlingen. De Europese school in Bergen heeft tussen de 700 en 1.000 leerlingen.”

Vwo-niveau

Ceciel en Liedewij werken voor Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB). Deze stichting zet zich in voor de kwaliteit en beschikbaarheid van het Nederlandse onderwijs wereldwijd. Bijvoorbeeld via voorlichting en belangenbehartiging. Daarnaast is de stichting werkgever van alle door Nederland gedetacheerde personeelsleden aan de Europese scholen met een Nederlandstalige sectie.

“Europese scholen bieden onderwijs aan leerlingen van vier tot en met achttien jaar”, vertelt Liedewij. “Primair en secundair onderwijs worden onder één dak aangeboden. Leerlingen studeren af op vwo-niveau en ontvangen dan een Europees Baccalaureaat. Dit diploma geeft ze toegang tot het hoger onderwijs in alle lidstaten van de EU.”

Meertalig onderwijs

Wat het onderwijs kenmerkt? “Het is meertalig en multicultureel”, noemt Ceciel. “Zowel de leerlingen als de leraren en andere medewerkers komen uit verschillende Europese landen.”

Leerlingen krijgen les in hun moedertaal en in minimaal één vreemde taal. Dat is al zo vanaf het eerste jaar in het primair onderwijs, vergelijkbaar met groep 3 in Nederland. Dat kan Engels, Duits of Frans zijn. Of de taal van het land waarin de school gevestigd is. Vanaf hun eerste jaar in het secundair onderwijs krijgen leerlingen er een derde taal bij.

Leren over elkaars cultuur en geschiedenis

Het curriculum is wat over het algemeen wat breder dan op ‘normale’ Nederlandse scholen. Alle leerlingen in het secundair onderwijs krijgen filosofie. Ook wordt veel aandacht besteed aan sport en cultuur. 

Kenmerkend zijn daarnaast de ‘Europese uren’. Alle leerlingen in het primair onderwijs krijgen dit vak 2,5 uur per week. Liedewij: “Samen met leerlingen uit andere taalsecties werk je aan Europese en interculturele vraagstukken.” Denk aan: Hoe komt het dat in sommige landen teamsporten populairder zijn dan individuele sporten? Of: Kunnen we samen een ‘grondwet’ voor onze school samenstellen? Welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden zouden daarin moeten staan?

Vriendschappen over landgrenzen heen

“Leerlingen komen dus breed onderlegd van school af”, zegt Liedewij. Ook bouwen ze een groot netwerk op en grondige taalkennis. “Veel leerlingen zien deze periode echt als een verrijking en een voorrecht. Ze maken vrienden uit verschillende landen en leren ontzettend veel over andere culturen.”

“Communicatie is belangrijker dan de taal die ze spreken”, noemt Ceciel. “Door het samen leren, spelen en opgroeien ontwikkelen ze zich tot ruimdenkende mensen met een internationale oriëntatie. Eigenlijk zouden álle leerlingen in Europa en daarbuiten van deze mogelijkheden moeten kunnen profiteren.”

Vrolijke en ontspannen sfeer

Ook leraren steken veel op van het werken op een Europese school, weet Liedewij. “Een Europese school is Europa in het klein. In het lokaal naast je staat er misschien iemand uit Polen of Spanje les te geven aan dezelfde leeftijdsgroep als jij. Je collega’s hebben een andere achtergrond, andere ervaringen en zijn andere onderwijsmethoden gewend. Dat is leerzaam.”

Daarnaast is het werk dynamisch, vinden leraren. Laatst kreeg de HR-adviseur een bericht van een leraar die vorig jaar begonnen was op een Europese school. “Het valt me op dat kinderen hier zo goed met elkaar omgaan, ondanks alle verschillende achtergronden”, schreef hij. “Ze spelen en lezen samen, ook al kennen ze elkaars taal niet. Er heerst een vrolijke en ontspannen sfeer.”

Avontuur aandurven

Wil je als leraar lesgeven op een Europese school, dan moet je minimaal vijf jaar ervaring hebben in het Nederlandse onderwijs. Daarnaast is het een vereiste dat je ondernemend bent en wat gezien hebt van de wereld. “Je moet het avontuur aandurven”, aldus Liedewij.

“En je moet je er bewust van zijn dat dit avontuur slechts negen jaar duurt”, vult Ceciel aan. Dat is de maximale periode van een detachering. “Maar”, zegt de bestuurlijk adviseur, “daar krijg je veel voor terug: een diepgaande multiculturele kennismaking met ‘Europa in het klein’."

Door: Nationale Onderwijsgids / Bente Schreurs