Stress, slecht slapen en burn-outklachten. Ouders hebben het heel zwaar tijdens de tweede lockdown, ziet Marjet Winsemius (43) van de Stichting Voor Werkende Ouders. “Ze zijn opgelucht dat de kinderen weer naar school kunnen.’’
NOG
Van burn-out naar opluchting naar 'bang voor ravage' - Werkende Ouders over lockdown en heropening scholen
-De eerste lockdown was nog wel een soort van ‘gezellig’, zegt Winsemius. “Ouders vonden het eigenlijk wel fijn dat de kinderen thuis waren. Ze kochten een puzzel, ruilden die vervolgens met de buurvrouw, maakten het thuis gezellig.’’ Maar nu, tijdens de tweede lockdown, is de rek er wel uit, ziet ze. “Al die puzzels zijn inmiddels gelegd, het weer is slecht, we zitten al tien maanden binnen en tegelijkertijd vragen werkgevers tijdens deze tweede lockdown veel meer van ouders.’’
En dat levert stress in huis op. De Stichting Voor Werkende Ouders houdt momenteel een enquête onder ouders. De vragenlijst is inmiddels bijna duizend keer ingevuld. Opvallend is dat 80 procent van de ouders aangeeft zich zorgen te maken om het mentale welzijn van hun kind(eren). “Ouders zien dat hun zoon of dochter structuur mist, vriendjes en dat ze minder goed onderwijs krijgen.’’
Maar ook de eigen mentale gezondheid van ouders wordt beïnvloed door de lockdown. Drie op de vier ouders die de enquête invulden, ervaren ‘zware druk’. “Het ouderschap is al zwaar voor werkende ouders, maar tijdens deze lockdown is het bijna niet te doen.’’ Een op de tien ouders zegt zelfs burn-outklachten te ervaren. “Ouders willen hun werkgever niet teleurstellen en tegelijkertijd vinden ze het onderwijs aan hun kinderen heel erg belangrijk’’, zegt Winsemius. “Maar wat doe je als een kind hebt van 6 jaar die je moet helpen met schoolwerk, een 2-jarige die op schoot klautert én een 8-jarige waarvan je moet controleren of alle schooltaken zijn gedaan? En hoe moet je dan ook nog tegelijkertijd je eigen werk af krijgen? Dat is niet te doen.’’
Maar hoe deden de ouders het dan de afgelopen weken? Ongeveer een op de vier ouders gaf aan gebruik te maken van de noodopvang. “Tijdens de eerste lockdown was dat nog 5 tot 10 procent’’, zegt Winsemius. Ook vroegen ouders opa en oma om op te passen. Een klein aantal ouders huurde een oppas in. “Maar de grootste groep kwam de afgelopen weken vooral door met vallen en opstaan’’, zegt Winsemius. “Dan deed de ene ouder de ochtend, de andere de middag en werd het werk deels afgemaakt als de kinderen lagen te slapen.’’ Een enorme opgave, zegt ze. “Vooral voor de alleenstaande ouders. Zij verdienen echt een applaus.’’
De opluchting bij veel ouders is dan ook groot dat hun kind vanaf maandag weer naar de basisschool kan. “De vlag gaat in veel gezinnen uit.’’ Lastig blijft dat de buitenschoolse opvang de deuren voorlopig nog gesloten houdt. “Maar een deel van de ouders kan ’s ochtends nu in elk geval weer werken.’’ Tegelijkertijd waarschuwt Winsemius dat werkgevers er niet meteen vanuit kunnen gaan dat ouders nu weer fulltime inzetbaar zijn. “Ouders moeten toch echt ’s middags hun kind van school halen.’’
En Winsemius heeft nog meer zorgen. Vooral over de ‘extra maatregelen’ die op de basisscholen zullen gelden. Bij klachten moet een kind naar huis en als een leerling positief test, gaat de hele klas in quarantaine, schrijft de Rijksoverheid op haar website. “Maar als zo’n klas thuis komt te zitten, is er dan wel onderwijs op afstand?’’ En als je kind in quarantaine zit, mag het ook niet naar de noodopvang. “Dat wordt een gekkenhuis. Dan zit je als ouder met een cruciaal beroep alsnog noodgedwongen thuis bij je kind. Want die besmettingen gaan zeker weten plaatsvinden.’’
Winsemius vreest zelfs voor een ‘enorme ravage’. “Dat je ene kind de ene dag in quarantaine moet en je andere kind een paar dagen later.’’ Vooral door deze extra maatregelen vraagt ze zich af of het wel wijs is om nu al de deuren van de basisscholen te openen. “Natuurlijk snap ik de opluchting van ouders, maar als dit zo’n drama wordt, kunnen ze de opening wellicht beter uitstellen tot na de voorjaarsvakantie.’’
Ouders van kinderen op de middelbare school moeten sowieso nog even volhouden. “En ook zij hebben het zwaar’’, zegt Winsemius. “Deze ouders moeten hun kinderen tegelijkertijd motiveren én zoveel mogelijk binnenhouden.’’
Net als tijdens de eerste lockdown opende de stichting opnieuw een meldpunt voor werkende ouders. De eerste vier weken na 15 december trokken ruim 15.000 gezinnen aan de bel. “Ouders gaven aan dat ze het niet volhouden. Bijvoorbeeld omdat ze van hun werkgever toch naar kantoor moeten komen, terwijl ze geen recht hebben op opvang.’’
De signalen die binnenkwamen, deelde de stichting met de politiek en met ambtenaren in Den Haag. Daarnaast lobbyde Voor Werkende Ouders onder andere voor coronaverlof (dat komt er niet), een compensatieregeling voor de kinderopvang (dat komt er wel, net als tijdens de eerste lockdown), schooltv naar Brits voorbeeld en beter thuisonderwijs om ouders te helpen de lockdown door te komen.
“We zagen dat er deze tweede lockdown iets meer begrip was voor ouders binnen de politiek’’, zegt Winsemius. “Het coronaverlof was lange tijd onderwerp van gesprek, al kwam het er niet. En er werd vaker gesproken over het mentale welzijn van kinderen en de druk op ouders.’’
Wat zou er beter kunnen als de scholen ook voor een derde keer hun deuren zouden sluiten? “Een derde keer? Daar wil ik eigenlijk niet eens over nadenken’’, zegt Winsemius. “Na de eerste schoolsluiting werd steeds gezegd ‘dit nooit meer’. Veel ouders waren verbijsterd dat het toch wéér gebeurde.’’ Maar als het dan toch gebeurt, moet dat coronaverlof er echt komen, zegt ze. “En de kwaliteit van het onderwijs op afstand kan beter.’’
Uit de enquête bleek dat de meeste kinderen slechts een uur per dag met hun schoolwerk bezig zijn. “Dat is te weinig.’’ Al zijn er ook scholen die tussen 08.30 en 15.00 uur onderwijs op afstand bieden. “Dat neemt de ouders een hoop werk uit handen. De meeste ouders zijn nu eenmaal geen leerkracht.’’
Door: Nationale Onderwijsgids / Marjolein Kooyman