Het nieuwe jaar mag gevierd worden, vinden we in Nederland: vorig jaar gaven we maar liefs 68 miljoen euro uit aan vuurwerk voor de jaarwisseling. Ongelukken zijn er steeds minder, zeggen de cijfers, maar toch zien hulpverleners nog altijd de meest verschrikkelijke dingen gebeuren rond Oud en Nieuw. Plastisch chirurg Paul Werker van het UMCG in Groningen betreurt het elk jaar weer. Karin Klein-Wolt, adviseur bij VeiligheidNL, zet in op een goede én leuke voorlichting voor basisschoolkinderen om de eigenlijk zo overbodige vuurwerkongelukken in ons land te voorkomen.
Het eerste vuurwerkslachtoffer viel dit jaar al weer vroeg in ons land, tot grote verbazing van de plastische chirurg die hem behandelde. "Lieve mensen, het is 4 november en nacht", twitterde Paul van Zuijlen van het brandwondencentrum in Beverwijk na de operatie. Een collega uit Groningen begrijpt die verbazing wel. "Het zijn vaak jonge mensen, mensen die allemaal plannen hebben voor de toekomst, en die door een stommiteit hun leven voor een belangrijk deel verwoesten", aldus Paul Werker, plastisch chirurg in het UMCG te Groningen.
Professor Werker loopt al vijfentwintig jaar mee in de medische wereld en heeft het nodige voorbij zien komen. Ernstige gezichtsverminkingen, vernietigde vingers en handen, noem het maar op. "Het goede nieuws is dat het aantal vuurwerkslachtoffers afneemt", vertelt hij, "maar het slechte nieuws is dat de schade die we zien toch heel vaak groter is dan het vroeger was." Vrijwel altijd gaat het om illegaal vuurwerk. Vuurwerk waar ook nog eens zelf in elkaar geknutselde bommen van worden gemaakt – daar verbaast hij zich misschien wel het meest over. "Dat iemand het überhaupt aandurft om te gaan experimenteren. Waarom doet iemand zoiets? En als het dan wel goed gaat, wat is dan precies de lol?"
Verwelkte tulp
Op de vraag wat het meest schrijnende geval is wat hij heeft gezien, klinkt een korte zucht. "Elk vuurwerkletsel is er natuurlijk één te veel", aldus Werker. Hij herinnert zich een jongenshand die er uit zag als "een verwelkte tulp", waarvan de blaadjes naar beneden hingen. "In dit geval waren het de vingers die bij de arm naar beneden vielen. Het eindigde in een amputatie van alle vingers."
Werker weet als geen ander dat er na zo’n operatie nog een lange en zware weg volgt voor de slachtoffers. "Ze ontwikkelen vaak forse psychische klachten die nog eens bovenop dat lichamelijke letsel komen". Soms kunnen mensen – vaak jongeren- niet meer werken, wat een hele zware dobber kan zijn. "Langdurige uitval door arbeidsongeschiktheid moet niet onderschat worden", weet Werker. Naast een revalidatiearts en bijvoorbeeld een handtherapeut wordt er daarom vaak ook een psycholoog ingeschakeld, en soms zelfs een psychiater. "Het is eigenlijk een heel complex probleem, wat we dan ook multidisciplinair aanpakken."
Lespakket
Waarschuwingscampagnes tegen vuurwerk zijn er al jaren, en hoewel sommige voor altijd in ons collectieve geheugen zijn gegrift – ‘Je bent een rund als je met vuurwerk stunt’ – is het werk nooit klaar, weten ze bij VeiligheidNL. Dit expertisecentrum voor veilig gedrag doet al dertig jaar haar best om het aantal ongevallen in Nederland te verlagen, en voert onder andere campagne voor een veilige jaarwisseling. Dit laatste doen ze met een lespakket voor scholieren in groep 7 en 8, gratis te downloaden voor elke basisschool in Nederland (via www.4vuurwerkveilig.nl).
VeiligheidNL kiest bewust voor een jonge doelgroep – zo jong, zelfs, dat ze feitelijk nog niet eens vuurwerk af mogen steken. "Maar we weten dat het toch wordt gedaan", vertelt Karin Klein-Wolt, adviseur bij VeiligheidNL. "Soms met of door ouders, maar soms ook zelfstandig." Later, op de middelbare school, zijn leerlingen misschien minder vatbaar, redeneert ze, en daarom is het goed om vroeg te beginnen met het wijzen op de gevaren van vuurwerk, én aan te geven hoe het veilig kan. "We hopen natuurlijk ook dat kinderen deze informatie meenemen naar huis, en de tips ook aan hun ouders laten zien. Zo weten de ouders dat hun kinderen voorlichting hebben gehad, en krijgen ze de tips mee. En, misschien vindt er een belangrijk gesprek plaats tussen de ouders en het kind. Dat is natuurlijk helemaal mooi meegenomen."
Interesse in de lespakketten is er genoeg, maar het kan altijd beter. "Vorig jaar waren er 1250 scholen die zich hebben ingeschreven op onze website", vertelt Klein-Wolt. “Er zijn zo’n 7000 basisscholen in Nederland, dus er is nog wel wat te doen. We proberen dit jaar weer een groter aantal te bereiken." Waarom veel scholen dan toch nog niet meedoen? "We krijgen van scholen soms terug dat er geen tijd is – scholen moeten zoveel, wat voor leraren en bestuurders een argument is om het toch maar niet te doen. Of, ze hebben het een jaar daarvoor gedaan, en slaan daarna een jaar over."
Effect
Het bereiken van meer scholen zou toch moeten lukken: het pakket is gratis, er is veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van het materiaal, wat ook nog eens eenvoudig is te gebruiken. De docenten kunnen er gemakkelijk zelf mee aan de slag, maar de les kan ook worden verzorgd door iemand van buiten de school. "Voor de kinderen is het natuurlijk ontzettend leuk als er iemand van de brandweer of politie langskomt", vertelt Klein-Wolt. "We weten dat sommige regio’s hier heel actief in zijn." Zelfs vuurwerkverkopers kunnen langskomen als gastdocent.
(Campagneposter 4vuurwerkveilig van VeiligheidNL)
De lessen hebben ook nog eens nut, blijkt uit onderzoek bij scholen uit de Gooi- en Vechstreek dat in 2016 werd uitgevoerd. Veilig vuurwerk afsteken - het dragen van een vuurwerkbril en het gebruik van een aansteeklont - wordt vaker gedaan door jongeren die de presentatie hebben gezien. "We vinden het belangrijk om onze interventies te onderzoeken op effectiviteit", aldus Klein-Wolt. "We willen natuurlijk niet iets aanbieden dat niet werkt."
Hoe lang de les precies duurt, mogen scholen zelf beslissen. Ze kunnen een video laten zien, mochten ze de presentatie zelf niet geven, en daarna zijn er nog een aantal opties om het geleerde te laten bezinken. "Er is een quiz, met vragen over het lesmateriaal, en er zijn een aantal testjes waarmee leerlingen de gevolgen van een vuurwerkongeluk kunnen inschatten. Bijvoorbeeld: als je een vinger mist, kun je dan je veters wel strikken?"
Vuurwerkverbod
Alle campagne-activiteiten en waarschuwingen ten spijt: ook dit jaar zullen er hoe dan ook weer gewonden vallen. Het hoort bij Oud en Nieuw, lijkt het, net als de eeuwige discussie over een verbod op vuurwerk. Karin Klein-Wolt begrijpt die discussie, maar mengt zich er liever niet in. "VeiligheidNL heeft als doel ongevallen te voorkomen. En zolang er geen verbod is op het afsteken van vuurwerk, zullen wij er met onze voorlichtingscampagne alles aan doen om de jaarwisseling zo veilig mogelijk te laten verlopen."
Ook professor Werker is terughoudend. "Het geld dat we eraan besteden zou best iets minder mogen, vind ik, maar het is aan de politiek om daar een besluit over te nemen. Ik hoop wel dat we ooit in de situatie komen dat we mensen kunnen behoeden voor vuurwerkletsels. Het is gewoon dood- en doodzonde als iemand op een jonge leeftijd al zijn hand verliest of een ernstig aangezichtsletsel oploopt."
Vuurwerkslachtoffers
Het aantal vuurwerkslachtoffers is gedaald de afgelopen jaren, al zette die daling vorig jaar niet door. In zowel 2015 als 2016 daalde het aantal vuurwerkslachtoffers met 14 procent, mede doordat er pas vanaf Oudejaarsavond vuurwerk afgestoken mag worden. Het aantal vuurwerkslachtoffers met oogletsel is gestegen. Opmerkelijk is dat bijna twee derde van alle vuurwerkslachtoffers het vuurwerk niet zelf heeft afgestoken maar toeschouwer was. Vorig jaar was dat nog iets minder dan de helft. Een derde van de slachtoffers is jonger dan 20 jaar. (Bron: VeiligheidNL/NOS)
© Nationale Onderwijsgids / Karst Tjoelker