Logo slim.nl

Slim.nl werd al in 1995 opgericht en heeft zich sindsdien ontwikkeld tot dé webwinkel voor het middelbaar (beroeps)onderwijs. De bedrijfsfilosofie is dat studenten en docenten op school en thuis met dezelfde legale en goede software moeten kunnen werken, met als belangrijkste punt dat daar niet het volle pond voor betaald hoeft te worden. Toch is het voor leerlingen en zelfs docenten in deze tijd aanlokkelijk om een 'gratis' gekraakte versie van software te downloaden in plaats van te betalen voor het product. De Nationale Onderwijsgids (NOG) sprak met directeur Jeroen Borgsteede over legale en illegale software, online veiligheid en licenties.

NOG: Jongeren groeien op met torrents, PirateBay, gedownloade films, games, series, besturingssystemen. Is de strijd om illegale software tegen te gaan niet al een verloren strijd? Probeer je een mentaliteit te veranderen die al ingebakken zit in een hele generatie?

Jeroen Borgsteede (JB): Er wordt door jongeren inderdaad veel gedownload, maar we zien ook dat jonge tieners weinig tot geen besef hebben van software en waar deze vandaan komt. ’Het staat gewoon op de computer toch?’ Aan de andere kant zien we dat het kopen van bijvoorbeeld films online steeds gemakkelijker wordt, zoals dit met muziek ook al het geval is. Vanuit Slim.nl dragen wij op onze eigen manier een stukje bij aan het ‘opvoeden’ van jongeren op het gebied van illegale software.

Slim.nl vindt het belangrijk dat docenten, scholieren en hun ouders de mogelijkheid hebben om met legale en goede software te werken en daar niet de volle pond voor hoeven te betalen. Dit wordt gerealiseerd door met softwareleveranciers speciale onderwijsovereenkomsten af te sluiten, waarin het recht van thuisgebruik, door docenten en scholieren ook goed geregeld is. Hierdoor worden hun computers minder kwetsbaar en lopen zij minder risico om onder andere virussen op te lopen.

 

Jeroen Borgsteede Operationeel directeur Slim.nl

NOG: De strijd tegen illegale software wordt extra bemoeilijkt, doordat het beveiligen van software vrijwel onmogelijk lijkt. Technisch lijkt het moeilijk een barrière op te werpen. Kan een moreel appèl op de jeugd wel het verschil maken? Hoe ga je te werk? Waar zijn jongeren gevoelig voor?

JB: Ik ben het er niet zondermeer mee eens dat beveiligen onmogelijk is. Wat we meer en meer zien is dat software als een dienst wordt verkocht. Neem bijvoorbeeld virusscanners. Daar is het al heel gewoon dat slechts een stukje software op disc of als download wordt verspreid. Deze software is echter onbruikbaar zonder online toegang tot de servers van de leveranciers, waar je dagelijks updates ophaalt die maken dat je de beste beveiliging hebt. Dat kun je niet kopiëren en veel moeilijker stelen. Ditzelfde zien wij ook andere leveranciers doen. Ze distribueren hun software op de bekende manieren, maar belangrijke elementen van de software worden online opgehaald en komen vanuit ‘de cloud’ direct van de servers van de leverancier.

Wanneer jongeren willen beschikken over goed werkende software, is het dus niet meer lonend of zelfs onmogelijk om illegaal te downloaden. Daarbij komt dat veel illegale software vol zit met virussen. Het vooruitzicht van een geïnfecteerde computer of een gehackte Facebook- Twitter- of mailaccount is ook voor jongeren vervelend.

Wat ook helpt is het gemakkelijk en tegen redelijke prijzen kunnen kopen van software. Zie bijvoorbeeld het succes van de muziekwinkel iTunes of Spotify. Daarbij is het creëren van bewustzijn zeer relevant. Over de BOB- campagne werd in het begin schamper gedaan, maar deze heeft op termijn zeker zijn effect gehad.

NOG: Slim.nl richt zich specifiek op het onderwijs. Welke rol zouden docenten en andere onderwijsprofessionals moeten spelen in deze kwestie? Is er wel genoeg bewustzijn over de problematiek binnen de beroepsgroep?

JB: Wij werken met alle VO-scholen en MBO-instellingen samen. Zij nemen hun software af via ons. Het geeft de school een argument om aan te geven dat juist in het onderwijs software goed geregeld is. Dat wordt ook steeds belangrijker nu steeds meer leerlingen leren en werken op hun eigen laptop of tablet, het zogenoemde Bring Your Own-concept. Jongeren moeten dan ook zelf hun software verzorgen. Als je laptop crasht door illegale software of virussen te downloaden maak je jezelf onnodig kwetsbaar. Een instabiele laptop zorgt ervoor dat je niet op het schoolnetwerk kan en dus niet kunt werken. Daarbij spelen ouders en onderwijsinstellingen een belangrijke rol in het gedragsproces van jongeren. Zij kunnen een eerste stap zetten door te zorgen voor legale software op computers. Ook is het van belang jongeren te ondersteunen en bewust te maken van verantwoordelijk gedrag op internet. Door op school al een aantal kritische vaardigheden aan te leren kunnen jongeren uiteindelijk zelf geïnformeerde beslissingen nemen over hun internetgedrag en activiteiten.

Vanuit Slim.nl steken we samen met onze partners APSit-diensten, SURFmarket en Microsoft veel energie in het ondersteunen van scholen in het vaardiger maken van docenten en leerlingen met software. Met ons IT Academy-project verhogen we de vaardigheden van docenten en leerlingen met Office tools. Je kunt er zelfs een internationaal erkend certificaat in halen. Als je dagelijks de waarde van de software die je ter beschikking hebt ervaart omdat je de tools goed beheerst, zal je er ook minder lichtzinnig mee om gaan. Een goede timmerman is tenslotte ook zuinig op zijn gereedschap.

NOG: Hoe vaak komt het voor dat scholen zelf de fout in gaan? Of docenten?

JB: Scholen hebben hun licenties doorgaans goed op orde. Op vrijwel alle scholen is het belang van ICT en goede actuele en veilige software erg hoog, dat nemen zij heel serieus. Net als een willekeurig bedrijf, kan ook een school geen dag meer zonder ICT en je wilt niet dat het leerproces verstoord wordt omdat je illegale software gebruikt.

Wat we nog wel eens tegenkomen is dat een docent ooit een CD’tje met software van thuis heeft meegenomen en dat dit vervolgens op het schoolnetwerk is geïnstalleerd. Met de toenemende professionalisering van de ICT-verantwoordelijken op scholen zien we dit wel afnemen.

NOG: Wat zijn de belangrijkste stappen die onderwijsinstellingen kunnen nemen om het gebruik van illegale software tegen te gaan én online veiligheid te vergroten? Welke rol kan jullie organisatie daarin spelen?

JB: Op de computers van de school is de school zelf in controle en ook zelf verantwoordelijk. Dit hebben vrijwel alle scholen goed op orde. Nu laptops en tablets van leerlingen steeds vaker ingezet en gebruikt worden binnen de onderwijsomgeving zullen scholen het gebruik van legale software voorschrijven. De leerling zal anders bijvoorbeeld geen toegang krijgen tot het schoolnetwerk, omdat zijn of haar computer een risico vormt voor de school en andere gebruikers.

Naast het verzorgen van opleidingen om docenten en leerlingen te helpen hun software beter te benutten is onze voornaamste verdienste het bieden van de mogelijkheid om eenvoudig en met hoge korting legale software aan te schaffen. Scholen, docenten en leerlingen betalen relatief minder dan bedrijven of de adviesprijs in de winkel en het prijsverschil kan oplopen tot wel 90%. Hierdoor wordt de barrière verkleind en is de stap eerder gezet om actuele en legale software te gebruiken in plaats van risico’s te lopen met illegale software.

Bezoek meer voor informatie de website van Slim.nl.

© Nationale Onderwijsgids / Arend Jan Wonink