Landelijk ligt het percentage schooluitval gemiddeld op 1,8%. “Investeren in de aanpak van voortijdig schoolverlaten heeft nut. Natuurlijk blijft elke schoolverlater er één te veel, maar ik ben heel blij met onze resultaten”, aldus wethouder onderwijs Johan Weijland.

 

Het ministerie van OCW maakt jaarlijks in maart de nieuwe voortijdig schoolverlaters op gemeentelijk niveau bekend over het voorgaande schooljaar. Jongeren tussen de 12 en 23 jaar die vorig schooljaar zonder startkwalificatie (diploma havo, vwo, mbo-niveau2) van school gingen en zich niet meer inschreven voor een vervolgopleiding worden als voortijdig schoolverlater gezien.

 

In Ede ging het vorig jaar om 144 nieuwe voortijdig schoolverlaters op een totaal van ruim 9800 Edese deelnemers in het onderwijs. Het overgrote deel van hen is boven de 18 jaar als ze de school voortijdig verlaten, namelijk 122 jongeren. De meeste van hen gaan aan het werk. Jongeren die uitvallen en onder de 18 jaar zijn worden begeleid door leerplichtambtenaren. Zij proberen jongeren terug te krijgen naar school. Landelijk is het totale aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters tussen 2006 en 2015 gedaald van 71.000 jongeren naar ruim 24.000 jongeren. Daarmee is het landelijk streven naar minder dan 25.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters in 2015 behaald. Voor Ede betekent het een afname van 321 voortijdig schoolverlaters in 2006 naar 144 nu. Gemeenten en scholen werken al jaren nauw samen en dat heeft resultaat.

 

Op 16 maart 2016 is de brief over voortijdig schoolverlaten in het schooljaar 2014-2015 en de cijferbijlage aan de Tweede Kamer gestuurd. In de cijferbijlage zijn de aantallen op landelijk niveau opgenomen, maar ook op gemeentelijk niveau voor de 4 grote steden (G4) en de middelgrote steden (G32).

 

Ede behoort tot de G32. Alle gemeenten in Nederland registreren (potentiële) voortijdige schoolverlaters. Zij proberen ervoor te zorgen dat leerlingen via een geschikt onderwijs- of arbeidstraject alsnog een zogenaamde startkwalificatie halen.