Normal_logo_voo

Met NPO-gelden kun je ouderbetrokkenheid stimuleren

 

Er zijn allerlei partijen primair belangrijk voor het succes van onderwijs op school: 

  • Leerkrachten. Zij zijn doorgaans enorm gedreven om leerlingen te motiveren, stimuleren, kennis en inzichten aan hen over te dragen, kortom, om eruit te halen wat erin zit.  
  • Onderwijsondersteunend personeel (ook wel: OOP). De laatste jaren steeds belangrijker geworden als ondersteuning van de leerkrachten én voor het verzorgen van de randvoorwaarden die goed onderwijs mogelijk maken. 
  • Het bestuur en directies die de kaders moeten creëren waarbinnen iedere professional haar of zijn werk zo goed mogelijk kan doen. 
  • Leerlingen. Net als leerkrachten zijn ook leerlingen allemaal anders. En natuurlijk moeten ze zich nog vormen, dus er valt nog veel te kneden en te ontdekken en de uitdaging is om ervoor te zorgen dat ook de leerling er alles uit wil halen wat erin zit. 

En niet in de laatste plaats: de ouders en verzorgers. En daar gaat deze blog van VOO-voorzitter Marco Frijlink over. 

 

 

Door Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO)

OUDERBETROKKENHEID

De laatste weken krijgen we af en toe van (G)MR’s conceptplannen te zien voor de besteding van de NPO-gelden. Daarvoor moet worden gekozen uit de menukaart die het ministerie heeft gemaakt. De interventies variëren van extra lessen, tot extra begeleiding, sociaal-emotionele activiteiten, inzet van extra personeel en stimuleren van ouderbetrokkenheid (interventie F2). Tot nu toe valt op hoe weinig het stimuleren van ouderbetrokkenheid lijkt te worden gekozen.  

Misschien (hopelijk) hebben we geen representatief beeld, maar het sluit wel aan bij een ander beeld dat we soms ook krijgen, namelijk dat ouders door scholen lang niet altijd als partners worden gezien in het onderwijsproces. In tegendeel zelfs. En er schijnen zelfs leerkrachten te zijn die ouders over het algemeen maar lastig vinden. En het kan zo maar dat door de afgelopen anderhalf jaar, waarbij normaal contact met ouders vrijwel niet heeft plaatsgevonden, de contacten díe er waren het beeld van ouders nog wat minder positief hebben gemaakt. 

SAMEN MET OUDERS WORDT HET ONDERWIJS BETER

En dat is doodzonde, want samen met ouders wordt het onderwijs beter. En we hebben kunnen zien hoe geweldig groot de inzet van ouders is geweest toen er thuis moest worden lesgegeven. Dat zou juist een stimulans moeten zijn voor scholen om altijd na te denken hoe de inzet van ouders kan worden vormgegeven om nog betere resultaten te bereiken. 

De menukaart geeft er verstandige suggesties voor, bijvoorbeeld het stimuleren van ouders om hun kinderen te helpen bij bijvoorbeeld lezen of huiswerk. We weten dat juist kinderen die hier van huis uit op niet veel kunnen rekenen het al extra moeilijk hebben, dus je zou juist verwachten dat hier bij het aanpakken van achterstanden naar wordt gekeken. 

En ouders inzetten om te helpen met lezen, terwijl Nederland in Europa onderaan bungelt als het gaat om plezier in lezen en het ook met de leesvaardigheid schrikbarend slecht gesteld is zou een no-brainer moeten zijn om het maar eens in goed Nederlands te zeggen. 

Kortom. Scholen: ouders zijn uw bondgenoot. Betrek ze in uw onderwijs, niet alleen als er iets misgaat, maar structureel!